Sirenes
Associaties zijn snel gelegd en soms erg venijnig. Het geluid van de maandelijkse sirene-test bijvoorbeeld is voor mij vastgeklonken aan de herinnering aan paniek van mijn doodzieke vader. Zo kan er ineens een traan zijn waar ik vlak daarvoor niet emotioneel was.
Bijna zeven jaar geleden. Hij was toen een kwetsbare zieke dierbare man. Niet oud, want veel te jong om zo in zijn bed te zitten. Hij trok zichzelf op aan de papegaai boven zijn ziekbed en keek in paniek om zich heen. Hij was al maanden ziek, en letterlijk in zijn laatste dagen. In de kamer was het tot dat moment vrij stil, we voerden onze gesprekken op een kalme toon, want teveel opwinding zouden we niet aankunnen. Hij niet, wij ook niet. Toen begon het geloei. En iedereen in de kamer kon het geluid thuisbrengen. Maar hij niet meer. Hij keek alsof hij sirenes uit de oorlog herbeleefde. Snel, zoek dekking! Het lichaam belette hem te vluchten. Het was de herrie van een strijd die hij een paar dagen later mocht opgeven.
Sindsdien, en nog altijd, word ik onaangenaam getroffen door dit maandelijkse signaal. Natuurlijk heb ik andere herinneringen bij andere plekken en andere geluiden en geuren. Ook aan hem. En het meest vreemde is: dit is niet een moment dat ik hem mis. Dit is een herinnering aan een moment dat ik het liefste niet had meegemaakt. En nu ik het toch heb beleefd, is het als een indringende schreeuw die nog altijd zoekt naar verzoening.
Wat deze sirenes voor mij zijn, zijn andere impressies voor anderen. Aan ieder verlies en ook aan elk vrolijk moment hangen ook heel gewone associaties. Gewone prikkels. En die prikkels in het dagelijks leven triggeren vervolgens de blijde of verdrietige gedachte aan een dergelijk moment vroeger.
Wie me goed kent, die weet het. En, net zo, wil ik van mijn dierbaren weten welke prikkels bij hen leiden tot een glimlach. Of tot een stille traan. Niet om de pijn weg te nemen of het plezier te overklassen. Wel om te kunnen troosten. Of mee te kunnen lachen.
.