Le Cheval Blanc
Dit is een plek waar ik in het verleden ook eens naar keek. Toen was het terras volop in gebruik. Er stonden tafeltjes, ik herinner me vrolijke verlichting en zelfs muziek.
Het was een plaats die licht uitstraalde, en niet verzwolg, zoals nu. Hotel Le Cheval Blanc in St Hippolyte du Fort.
Ontzag
Er logeerden mensen, en ik zag hen soms ’s avonds buiten zitten, had zelfs wel een beetje kinderlijk ontzag voor deze mensen die in een hotel verbleven. Terwijl ik een paar kilometer verderop met mijn ouders ‘slechts’ een camping bewoonde. Ik kan me maar één verblijf in een hotel met mijn ouders herinneren. Dat was niks voor ons, zullen mijn ouders toen hebben vastgesteld. Maar goed, we waren op vakantie. Dan gingen we weleens ergens wat drinken. En dit was een plaats waar ik best wilde gaan zitten, al was het maar een keer. Al was het maar even. Voor een drankje. Voor het samen met mijn vader deze plek verkennen.
Open
Toen stond het – kleine – hek nog open, maar waren er andere barrières die me ervan weerhielden om naar binnen te gaan. Om een blik te werpen op de receptie, en dan de vast statige trap naar de bovenverdiepingen tree voor tree te beklimmen. Waren het werkelijke barrières, of beeldde ik me maar in dat het niet uit zou komen als ik daar een kijkje ging nemen?
Dicht
Heb ik nooit gevraagd om daar een keer wat te gaan drinken? Heb ik altijd gedacht dat mijn ouders dat vast-niet-goed zouden vinden? Of vonden ze het werkelijk niet goed? Hoe dan ook: ik ben er nooit binnen geweest. En nu kan het niet meer. Zelfs als ik me langs of over het hek zou kunnen wurmen, als ik de sleutel bezat van de zware houten deur, dan nog zal wat ik te zien krijg, nooit meer zo zijn als toen. De vrolijke lichtjes zijn verwijderd, het pand is verlaten en de hof oogt verwaarloosd. En ook mijn vader kan niet meer mee om mij te beschermen voor de ongetwijfeld norse kelners of vastgoedeigenaren.
Ik sta tegenover het gebouw, en denk: misschien ga ik hier wel nooit naar binnen. Jamais. En terwijl dat voor vrijwel alle gebouwen in dit dorp een volkomen geaccepteerd feit is, vind ik het hier jammer.
Dus ik ga er maar eens een avondje op Googlen. Kijken of ik alsnog inkijkjes kan vinden die ik er zelf nooit heb gehad.