De afwezige stad
Ik mailde met een vriendin over haar grote stad. Die is altijd in beweging en wel op zo’n manier dat het op een positieve manier pijn doet. De stad van steen en staal boezemt ontzag in.
Ik sloot mijn ogen en heel even was ik er. Die stad kende ik ook. Het brede water met de bruggen er overheen en de vele bijzondere en hoge gebouwen. Het gevoel dat overal vanalles gebeurt. Waar je tegelijkertijd deel van uit maakt, invloed op uitoefent en richting aan geeft. Omdat je deel bent van het collectief. Ik snapte hoe je van een stad, hoe zij van die stad kon houden.
Daarna reed ik met mijn camera mijn dorp uit.
Het contrast tussen haar omgeving en de mijne had nauwelijks groter kunnen zijn. Met in mijn hoofd nog de voorstelling van de grote stad zag ik met andere ogen hoe de zon achter het vlakke land verdween.
Zo was ik heel even was een toerist in het landschap om de hoek. Zag wat zij er zou zien, en dacht te begrijpen waarom zij ook van het boerenland houdt. Voor het eerst voelde het als de moeite waard om ook de afwezigheid van dingen vast te leggen. Hier staan geen kantoren. Hier ruik je geen brandstof of uitstoot. Hier hoor je geen gezoem van machines.
Ik wil een keer met haar wandelen. In dit vlakke land. En een andere keer wil ik met haar door die stad lopen. En dan uitwisselen wat we zien. Elkaars ogen lenen, en leren van elkaars manier van kijken.