Een afscheid
Meneer S is overleden. De oude man zat drie weken geleden nog in zijn tuin. Toen gingen er ineens dingen schuiven in zijn wankele leven.
Hij zou het huis uit moeten. Met zijn vrouw en looprekje naar een verzorgingshuis. Weg bij zijn vogeltjes – want wie wil er nou in een verzorgingshuis een buurman met kwetterende vogels? Weg bij zijn bloemen, bij de lieve buren in de mooie straat. Weg uit het volle leven, naar het voorsorteervak voor de dood. Of het daaraan lag? Zijn lichaam wilde niet meer. Daags voor de verhuizers kwamen, werd hij naar het ziekenhuis gebracht. Hij gaf er de pijp aan Maarten.
Morgen krijgt hij weer een plek onder kwetterende vogels, en een eigen tuintje. Er zullen mensen zijn die het voor hem onderhouden. En hij zal daarvan genieten.
Een paar weken geleden maakte ik een portret van hem. Ik vond zijn ogen al moe, zijn blik krachteloos. Maar zijn kinderen en weduwe zagen hem op de foto zoals hij was. En er waren niet veel foto’s van hem. Na lang zoeken kon mevrouw S een pasfoto opdiepen, van 20 jaar geleden. Veel recenter beeld van hem had ze niet. Dat was ook niet nodig. Hij was er immers altijd zelf.