A cup of tea
Kijk eens goed naar de verpakkingen van alledaagse producten. Er valt veel aan te zien.
Sommige verpakkingen zijn ontworpen om urenlang prominent op de salontafel te staan. Dit kartonnen theedoosje bijvoorbeeld. Zie de rondingen in het doosje, de mooie sfeervolle tekening erop. Het dekseltje kan worden geopend en weer gesloten zonder iets stuk te maken. En alle tekst en afbeeldingen op het doosje hebben betrekking op de inhoud.
Het contrast met het koffiecupjesdoosje – ook in mijn keukenkastje – is groot. Dat staat vol kleurige reclameboodschappen over ándere cupjes uit de serie. Het doosje is minder sfeervol en je kunt het niet openen zonder de verpakking zichtbaar te beschadigen. Dit doosje komt niet voorbij het aanrecht.
Als we dieper in het theedoosje duiken – het staat er nu toch – , valt op dat de papieren sachetjes rond de theezakjes ook mooi zijn gemaakt.
En zelfs in dat papieren sachetje kom je verpakkingsmarketing tegen. Aan het theezakje zit een merklabeltje.
En zijn we er dan? Ja, dan zijn we er wel. Komen we tot de kern van het product. Houtachtige friemeltjes.
En ineens valt op dat ik een fout heb gemaakt. Ik wilde analyseren, maar ben gaan knippen, ben gaan kijken naar de inhoud zonder het doel van het zakje in zicht te houden.
Het gaat namelijk niet om die friemeltjes. Het gaat om de smaak aan heet water. En het behaaglijke gevoel dat je daarvan kunt krijgen. En dat ziet er heel anders uit dan die theekorreltjes.