Hoe geven loont
“Geven loont”. Dat hoorde ik vanmorgen zeggen bij een ontbijt-netwerkbijeenkomst van BNI. De mantra galmde de hele dag door in mijn hoofd. Geven loont, geven loont…
Ik was er voor het eerst en keek er mijn ogen uit. De leden gaven ruimhartig: ze schreven vele kattenbelletjes vol zakelijke aanbevelingen voor hun mede-leden. Doorslagjes van al die doorverwijsbriefjes werden verzameld, want je moet zo’n claim wel met cijfers kunnen onderbouwen. In het brochuremateriaal pronkte het netwerk met grote aantallen nieuw gelegde business leads en enorme omzetten die daarvan het gevolg waren. In de auto terug bedacht ik dat die briefjes de indicator zijn van het werkelijke kapitaal dat werd uitgewisseld: vertrouwen in elkaars vakmanschap.
Ik hoorde mezelf in mijn eigen 60-secondenpitch aangeven, dat ook bij crowdfunding ‘geven’ loont. Ik zie het dagelijks gebeuren: particulieren investeren met drommen in projecten van volslagen vreemden, particulieren of ondernemers, en er komt veel moois van de grond. Ook de website van mijn werkgever vermeldt niet zonder trots de grote hoeveelheden ondernemers die al zijn geholpen, en de vele miljoenen euro’s die al via deze constructie in financieringen zijn gestopt. Onderweg naar huis bedacht ik dat geld misschien een doel is, maar ook hier slechts een indicator van het werkelijk verhandelde kapitaal: vertrouwen in het ondernemerschap van degene die geld leent, en de vaardigheid om een project tot stand te brengen (of tenminste: de beloofde terugbetaalafspraken te zullen nakomen).
(lees verder onder de foto)
‘Geven loont’ was ook de boodschap die ik vanavond meekreeg in het theater. Sanne Vogel en twee Syrische vluchtelingen vertellen in Nieuwe Familie het verhaal van hun kennismaking en de diepe vriendschap die erop volgt. En ook in hun verhaal ging het over vertrouwen. Je moet maar durven: als vrouw alleen twee mannen uit Syrië in je huis toelaten en ze wegwijs maken in Amsterdam. De mannen deden geen vlieg kwaad en krenkten hun tijdelijke gastvrouw geen haar. De liefdevolle vriendschap en het lekkere eten dat de mannen haar teruggaven zijn mooie indicatoren van hun dankbaarheid, maar hun onderlinge vertrouwen is het kapitaal waar de avond op dreef.
En daar zat ik dan. Met mijn goede cijfers op het lyceum lag ik niet lekker in de klas. Doordat mijn hersenen het wel alleen konden, leerde ik niet om van uitgestoken handen afhankelijk te zijn. Mijn opvoeding was te individualistisch om jong een teamspeler te worden. En ik hoop maar dat de wereld me sindsdien een beetje heeft veranderd. Mee-doen is goed.
Ik groeide op met de overtuiging dat je bezit moest behouden, niet verdelen. Dat je je spaargeld niet aan waaghalsvriendjes met grote plannen moest lenen, maar het moest oppotten op de bank om het laten groeien. Je geld steken in bedrijven was maar link. En ik zie nu hoe de wereld niet een beetje is veranderd. Mee-delen is leuk.
En dan het pijnlijkste besef van de dag, dat van de avond. Ik bespeurde bij mezelf een blije verrassing dat het niet verkeerd afliep in het verhaal met de vluchtelingen. Ik schrok van mijn verrassing. Want die vertelde me dat ik vreemdelingen, zelfs vluchtelingen, niet meer zonder achterdocht, angst of argwaan tegemoet durf te treden. En ik hoop maar dat deze avond mij hierin vandaag een beetje heeft veranderd.
Want kijk om je heen en zie hoe vertrouwen geven loont. Het bouwt mensenlevens op, het zorgt voor nieuwe kansen en is een absolute voorwaarde voor geluk.
Wat een waardevolle dag.